Spring naar inhoud

Het nieuwe CETA akkoord: noch verraad, noch nederlaag maar een (kleine) overwinning.

29 oktober 2016

Niemand zal ontkennen dat Wallonië gedurende een lange week heel Europa op zijn kop heeft gezet. De ‘njet’ van de Waalse regering kwam voor velen in Vlaanderen als een donderslag bij heldere hemel. Nochtans had het Waals parlement op 27 april te kennen gegeven dat het verdrag niet goedgekeurd kon worden. Op 17 oktober gaf de Waalse regering te kennen dat ze haar veto ging gebruiken en aldus de Federale regering verhinderd zo worden het CETA te ondertekenen.

De reactie – in de dubbele zin van het woord – liet niet op zich wachten. Magnette werd reputatieschade verweten en vooral een ‘ondemocratische houding’ want ‘hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een regiovan 3,6 miljoen inwoners 500 miljoen inwoners, heel de EU én Canada durft te gijzelen!?!’ Ironisch genoeg werd dit mogelijk dankzij de Vlaamse drang naar zelfbestuur waardoor de gefedereerde entiteiten inzake internationale juridische verbintenissen een veto-recht hebben bekomen. En Wallonië, gevolgd door het Brussels hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige gemeenschap gebruikten dat grondwettelijk democratisch recht. Dik tegen de zin van de neoliberale-vrijhandel fanclub die we in Vlaanderen bij NVA, Open VLD en CDV terugvinden en die zelfs niet van een plenair debat in het Vlaams parlement wilden horen spreken…

De Europese commissie was sinds één jaar op de hoogte van de onwil van de Waalse regering om haar goedkeuring te geven, te meer dat in het Waals parlement een ruime bespreking had plaats gevonden met hoorzitting van vertegenwoordigers van de civiele maatschappij. Natuurlijk is het ook zo dat de druk van onderuit meer dan een ‘significant’ was. Vakbonden, NGO’s, landbouwerssyndicaten, de KMO ondernemers met daar bovenop, de socialistische beweging met al haar vertakkingen alsook Ecolo en PTB waren allen gemobiliseerd. Natuurlijk speelt de politieke conjunctuur ook een rol. De Franstalige socialisten hebben sinds 2014 in de oppositie heel wat pluimen verloren, ondanks een ‘verlinksing’ van hun standpunten en een bijna maoïstische zelfkritiek van Elio Di Rupo ten opzichte van de werkloosheidshervorming die onder zijn premierschap werd uitgevoerd. Tot dusver bracht dit geen zoden aan de dijk wat ook een indicatie is dat de ontgoocheling en het wantrouwen heel diep zit. Ook Ecolo stagneert en het zijn dus vooral de kameraden van de Parti du Travail de Belgique – de Franstalige vleugel van de PVDA – met Raoul Hedebouw als boegbeeld die hun steun onder de publieke opinie zien uitgroeien tot 14%. Er is electorale aardbeving op komst ter linkerzijde en bijgevolg moest de PS het wel over een andere boeg gooien: een woorden maar daden.

David tegen Goliath?

Is hetgeen wat op donderdag 27 oktober werd bereikt nu een overwinning of een goed verborgen capitulatie? Velen vragen het zich af en dat heeft natuurlijk ook te maken met de reële dramatisering die eraan is vooraf gegaan. Volgens Guy Verhofstatd moest België kost wat kost tekenen en dit ‘zelfs zonder Waalse goedkeuring’. Maar de politieke kostprijs voor de MR was torenhoog. Martin Schultz, de Duitse sociaaldemocraat en voorzitter van het EP werd uitgestuurd om Paul Magnette te overhalen zijn stugge houding achterwege te laten. Diezelfde Martin Schultz verhinderde echter in 2015 een stemming van het Europees parlement met betrekking tot CETA. Oorspronkelijk was het CETA volgens de Commissie niets anders dan een enkelvoudig vrijhandelsakkoord. Onder druk van onder meer de Franse regering aanvaardde men dat het een ‘gemengd verdrag’ moest worden. Wat is de nuance? Een enkelvoudig vrijhandelsakkoord heeft de facto dezelfde waarde als een ‘gemengd verdrag’ maar wordt zonder parlementaire ratificatie van de lidstaten geïmplementeerd; enkel een goedkeuring van de Commissie en Raad volstaan. Een ‘gemengd akkoord’ moet niet alleen de instemming van de executieven van de lidstaten krijgen maar ook geratificeerd worden in een 40 tal parlementen van lidstaten of deelstaten. En bijgevolg kon de Waalse zandkorrel de machinerie verlammen…

Dankzij het werk van vele klokkenluiders en de mobilisaties van de academici, van sociale bewegingen had men ook begrepen dat CETA het paard van Troje was van het TTIP. Honderden steden en regio’s hebben zich TTIP-CETA vrij verklaard (zie kaartje) terwijl in Duitsland een class action loopt voor het Grondwettelijk Hof met meer dan 100000 ondertekenaars.

Waarom is CETA zo belangrijk? Het verdrag met Canada betreft de handel tussen een dwerg van 36 miljoen inwoners en de Europese reus die er 500 miljoen telt. Canada is echter ook een land waar Amerikaanse multinationals vele filialen hebben waardoor ze, mits de nodige flexibiliteit, op onrechtstreekse wijze toegang krijgen tot de Europese bodem. Ook daarom hechtte de Commissie veel belang aan dit akkoord omdat het bepalend zou zijn voor wat zou volgen, namelijk het Transtatlantisch vrijhandelsakkoord dat ditmaal rechtstreeks de VS betreft. Volgens Hillary Clinton is er nood aan een ‘economische NAVO’ (zij heeft de term gekozen) om op wereldvlak China en Rusland te overtroeven. De top lagen van de EU delen deze mening.

De weigering van Wallonië onder leiding van Magnette heeft de discussie over het CETA opnieuw geopend. Volgens hem was het CETA niet ondertekenbaar zolang de ICS (geschillenrechtbanken) advocaten de kans geven te oordelen of er al dan niet compensaties moeten betaald worden voor en eventuele economische schade geleden ten gevolge van bepaalde normen en wetten. In het jargon van de multinationals spreekt men zelfs over ‘onrechtstreekse onteigening’ ten gevolge van sociale wetten of milieuregelgeving. Dit risico is geen hersenschim, Amerikaanse multinationals hebben zowel in Mexico als in Canada lelijk thuis gehouden en voor miljoenen dollars schadeclaims bekomen vanwege de overheid. Naast dit essentieel twistpunt is er de algemene opvatting waarbij soevereiniteit ondergeschikt wordt gemaakt aan de vrijheid van commercie. Minder strikte landbouwregels maken voedsel goedkoper en geven de industriële landbouw een voorsprong. Hormonenvlees, chloorkippen, GGO’s kunnen dan de rekken van onze supermarkten veroveren. Volgens universitaire studies zou CETA 23.000 jobs kosten in Canada en meer dan 200.000 in de EU. Daarom is het belangrijk dat niet alleen de wetgever nog steeds soeverein regels en normen kan uitwerken maar ook dat openbare dienstverlening en non-profit sector expliciet buiten de actieradius blijven van de vrijhandel.

Het compromis

De onderhandelingen werden gevoerd op verschillende niveaus en uiteindelijk werd er donderdag een compromis bereikt. Wat stelt dit compromis voor? Twee documenten werden met wederzijds instemming aanvaard: er werd enerzijds een ‘Interpretatief Instrument’ uitgewerkt en anderzijds een ‘Belgsiche verklaring’. Het eerst heeft betrekking op de wijze waarop het verdrag moet gelezen worden (vandaar de term interpretatief instrument) ; het tweede document (Verklaring van het Koninkrijk België betreffende de voorwaarden inzake de volmachten van de federale staat en de deelstaten voor de ondertekening van CETA) is een roadmap dat ook de belangrijkste aspecten van het eerste herhaalt met betrekking tot geschillen. Het vermeldt ook de mogelijkheid voor federale of deelstaten een vrijwaringsclausule te activeren in geval van marktonevenwicht, ook wanneer dit onevenwicht slechts bij één enkel product wordt vastgesteld’ wat betekent dat men een stok achter de deur houdt tegen sociaalecologische dumping.

Raoul-Marc Jennar, anderglobalist van het eerste uur publiceert op zijn blog een genuanceerde analyse: “in tegenstelling tot wat ik vreesde heeft één van de twee documenten wel degelijk betrekking op het gehele CETA-verdrag. Het ‘interpretatief instrument’ moet dus door 27 lidstaten en door Canada aanvaard worden als ‘de leesgids’ van het 1600 tellend CETA verdrag.” Het is ook een document met een juridische waarde dat expliciet verwijst naar art. 31 van de conventie van Wenen met betrekking tot de rechtspraak der verdragen.

Het Interpretatief instrument bevat een aantal opvattingen met betrekking tot de geschillen en stelt dat de staten hun soevereine bevoegdheid behouden om normen en regelgeving uit te vaardigen. Het ‘instrument’ vermeldt ook wat CETA niet mag doen:

  • geen in vraagstelling van het recht wetten en regels uit te vaardigen;
  • geen verplichting normen toe te passen die op een hoger beleidsniveau uitgewerkt werden;
  • verbod om sociale en ecologische normen te verlagen;
  • sociale zekerheid en mutualiteiten blijven buiten actieveld

Last but not least werd de definitie van wat openbare dienstverlening moet zijn verankerd in democratsiche besluitvorming. Staten behouden het voorrecht te nationaliseren: ‘CETA mag de openbare machten niet verhinderen openbare diensten te verlenen daar waar deze voordien werden geleverd door private leveranciers noch diensten in openbare handen te nemen die voordien geprivatiseerd zijn geworden. Het is niet omdat diensten uitbesteed werden dat ze definitief deel uit maken van het domein van commerciële dienstverlening ( punt 4C)

Volgens Jennar is alleen dit aspect al een kleine revolutie ten opzichte van alle vorige verdragen waarbij gesteld werd dat privatiseringen onomkeerbaar zijn. Met enig enthousiasme stelt Raoul Marc Jennar « nooit is een tekst van deze aard zo ver gegaan in de in vraagstelling van het neoliberalisme ».

Pierre Defraigne, docent internationale economie, gaat in dezelfde richting. Volgens hem (Le Soir) heeft het CETA akkoord het TTIP verdrag in de kiem gesmoord. ‘De Noord-Amerikaanse multinationals zullen nooit aanvaarden wat CETA nu betekent en in Europa hebben we geen enkele reden te aanvaarden dat TTIP een stap achteruit betekent ten opzichte van het CETA akkoord’ stelt hij onomwonden.

Daags erna was Charles Michel er als de kippen bij om te zeggen dat er in het 1600 pagina’s tellend verdrag geen iota werd gewijzigd. Wat natuurlijk waar is, beaamde Paul Magnette. Maar, voegde deze er aan toe, dat betekent niet dat hetgeen werd toegevoegd en ondertekend geen juridische waarde zou hebben vermits er expliciet wordt gezegd dat het document betrekking heeft op het verdrag en aangeeft hoe dit moet geïnterpreteerd worden.

Charles Michel heeft er natuurlijk belang bij zijn politiek gezichtsverlies te verhullen na de krachtmeting binnen de Franstalige politieke wereld. Bovendien heeft hij ook het 2de document ondertekend waarbij hij, en samen met hem ook CDV en NVA, een soort roadmap moet volgen over hoe er op Europees vlak moet gehandeld worden en wat er op intra-Belgisch vlak allemaal kan gebeuren. Al wie de tijd neemt om beide documenten aandachtig te lezen begrijpt dat hij heel veel woorden geeft moeten slikken. Alleen al het feit dat de Belgische verklaring stelt dat de uiteindelijke ratificatie nog steeds kan geweigerd worden indien bepaalde elementen zouden veranderen is veelzeggend.

Op hoger niveau is men blij dat de crisis voorbij is en dat intussen het CETA akkoord kan ondertekend worden. De Commissie is gewend alles wat liberalisering en vermarkting omkadert te banaliseren of te verwaarlozen. Juridische bepalingen zijn nu eenmaal een uitdrukking van krachtsverhoudingen en indien nodig zijn verkiezingen (remember Syriza) of is een grondwet een vodje papier en zijn eerder gedane afspraken woorden in de wind.

Geen verraad maar een (kleine) en niet onbelangrijke overwinning

Men kan op twee manieren reageren… Men kan ontgoocheld zijn dat Paul Magnette uiteindelijk is ‘gezwicht’. Sommigen roepen dan ‘verraad’ en anderen voegen er ‘zie je wel’ aan toe. Men heeft soms snel de neiging de argumenten van de rechterzijde over te nemen: zij zeggen dat er aan het CETA verdrag niets werd veranderd en bijgevolg zeggen we samen met rechts dat Magnette een kat in een zak gekocht of ons gebakken lucht verkoopt. Dergelijke houding neemt dus acte van een nederlaag. Soms moet je dat ook durven erkennen maar dat is volgens mij nu niet het geval.

Een compromis moet altijd afgemeten worden aan de krachtsverhoudingen: de Waalse regering kreeg de steun van de oppositie Ecolo en PTB/PVDA, alsook van meer dan 80 Europarlementsleden. Maar daar bleef het bij. Onder de 80 europarlementsleden ontbreken heel wat sociaaldemocraten én groenen… Enkel de Europese linkerzijde tekende volledig. De vier groene ministers van Dei Grèng die in de regering van Groothertogdom Luxemburg zetelen hebben CETA nooit iets in de weg gelegd. De Griekse regering van Alexis Tsipras hebben we ook niet gehoord. Op politiek vlak stond Wallonië nagenoeg alleen. Magnette is een reformist en gaat ongeveer even ver als de krachtsverhoudingen het mogelijk maken. Hij gaat er overigens prat op van reformist te zijn, wat zoveel betekent dat hij geen revolutionair is. Men moet hem dus ook niet verwijten dat hij geen revolutionair is maar kijken of hetgeen nu bereikt werd een stap in de goeie richting is, een ‘hervorming’ in de positieve zin van het woord. Voor mij blijft CETA verwerpelijk maar ik wil ook zaken veranderd zien in de reële wereld waarin we leven.

In plaats van een boodschap van nederlaag te verspreiden, die de strijd tegen het aankomende TTiP niet echt vooruit helpt, lijkt het mij constructiever te stellen dat de strijd in heel Europa nu net OPNIEUW met volle kracht VERDER kan gevoerd worden. Het verzet tegen ongebreidelde vrijhandel en het aanstormende TTIP kan zich optrekken aan een kapstok, met name een document dat aangeeft hoe CETA moet gelezen worden en dat een ontwrichting betekent van het oorspronkelijk verdrag. Er kan gestreefd worden om deze tekst te anderen als een juridische waarde met richtsnoeren. Het biedt met andere woorden een sokkel voor de onderhandelingen rond TTIP waarbij ook op vlak van de methode baanbrekend werd geleverd: elk parlement zou voorafgaandelijk een advies moeten geven na een ruim maatschappelijk debat. En indien we op deze weg niet heel ver geraken wordt ook duidelijk dat ratificatie van het nieuwe CETA eveneens met klem moet afgewezen worden. Dit alles geeft de sociale bewegingen en de burgerbewegingen zoals D19-20 heel wat meer munitie en brandstof dan het verkondigen van verraad en capitulatie want deze boodschap demoraliseert vele mensen en organiseert een nog veel belangrijkere nederlaag.

Dit is een mobilisatie-perspectief dat veel verder gaat dan een partijtje juridisch worstelen. Ofwel is de tekst dan toch een vodje papier en dan heeft men in Wallonië duidelijk gesteld dat ratificatie onaanvaardbaar is; ofwel heeft het een bepalend karakter en dan zullen alle hielenlikkers van het neoliberalisme in het zand bijten. Het is nu te vroeg om te ‘trancheren’ tussen deze twee mogelijkheden. Maar het intussen biedt het compromis van 27 oktober alle tegenstanders van CETA en TTIP een referentiekader aan over wat onaanvaardbaar is inzake vrijhandelsverdragen en dat is ook niet onbelangrijk willen we een pan-europese bewegingen uitbouwen, wat nodig én mogelijk is.

 

Voor de volledige van het ‘Interpretatief instrument’, zie 

Klik om toegang te krijgen tot doc_belge.pdf

zie ook https://blogs.mediapart.fr/raoul-marc-jennar/blog/281016/aecgceta-le-texte-belge-soumis-aux-27-autres-etats-de-lue-et-au-canada.

 

One Comment leave one →
  1. 29 oktober 2016 17:20

    Dit is op De Nieuwe Socialist herblogd.

Plaats een reactie